Nog koud bekomen van de ingrijpende veranderingen in het arbeidsrecht in het kader van de Wet Werk en Zekerheid uit 2015, worden in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet Rutte III alweer de volgende ingrijpende veranderingen afgekondigd. Er wordt weer geschaafd aan het ontslagrecht. De kantonrechter wordt, in bepaalde situaties, iets meer vrijheid geboden om een iets hogere vergoeding toe te kennen. Kennelijk denkt men dat de smeeroliefunctie van de vergoeding lastige ontslagen eenvoudiger zal maken. 

Ook de beperking van de periode waarin tijdelijke contracten kunnen worden aangeboden, uit de WWZ, wordt teruggedraaid. Door de WWZ werd het, van 36 maanden, 24 maanden. In het regeerakkoord wordt aangekondigd dat dit weer 36 maanden zal worden. 

In het regeerakkoord wordt ook gesproken over het aanpakken van schijnconstructies, zoals payrolling en schijnzelfstandigheid. Voor wat betreft de wet DBA (ZZP-ers) lijkt het kabinet te komen met een soort DBA-light. Schijnzelfstandigen met een hoog uurtarief (>75,– Euro per uur) mogen hun gang gaan. Schijnzelfstandigen die minder verdienen moeten beschikken over een opdrachtgeversverklaring. Dit lijkt veel op de VAR-verklaring. Hoe het kabinet dit alles in het vat wil gieten, wordt uit het regeerakkoord niet duidelijk. Het lijkt erop dat men nog steeds ruim baan wil geven aan ondernemerschap maar schijnzelfstandigheid wil uitbannen. Die twee zaken gaan echter slecht samen. De heldere lijn in de een of andere richting bevat het regeerakkoord duidelijk nog niet. 

De meest verstrekkende maatregel voor werkgevers en werknemers is dat loondoorbetalingsverplichting voor werkgevers tot 25 werknemers zal worden verkort van 104 weken naar 52 weken. Het UWV neemt de volgende 52 weken voor haar rekening. Wat dat betreft gaan we dus weer terug naar de situatie van voor 1 januari 2004. Ook een aantal re-integratieverplichtingen zullen in het tweede jaar overgaan naar het UWV. De periode waarvoor premiedifferentiatie geldt in de WGA zal teruggebracht worden van 10 jaar naar vijf jaar. Uitstroom in de WIA wordt voor werkgevers derhalve minder kostbaar. De hoop is dat de vrees die werkgevers ervaren om werknemers in dienst te nemen daarmee zal afnemen. 

Duidelijk is dat, sinds de invoering van de WWZ, het aantal ontslagdossiers dat verzandt in arbeidsongeschiktheid enorm is toegenomen. Dit met name doordat de Kantonrechter de mogelijkheid is ontnomen om een evenwicht te vinden tussen ontslagbescherming van de arbeidsongeschikte werknemer en het belang van de werkgever. Het ontslaan van een arbeidsongeschikte werknemers is vrijwel onmogelijk geworden. Hierdoor vluchten veel werknemers in arbeidsongeschiktheid als er ontslag in de lucht hangt. Dit heeft vooroordelen die werkgevers hebben bevestigd en versterkt. De hoop is dat de nieuwe maatregelen daarvoor een oplossing bieden. Meer voor de hand had gelegen de Kantonrechter zijn ruimere bevoegdheden van voor de WWZ terug te geven. 

De WWZ heeft al gezorgd voor een enorme verschuiving van de verhoudingen tussen werkgever en werknemer. In 80% van de dossiers is ontslag veel eenvoudiger geworden, doordat de vergoeding te laag is om over te steggelen. De onzekerheid voor deze groep werknemers is daardoor sterk afgenomen. In de overige 20% is ontslag, voor kleinere werkgevers, vrijwel onmogelijk geworden. De zekerheid voor deze groep werknemers is onredelijk veel toegenomen. Ook dat dient het belang van werkgevers en werknemers niet. In het regeerakkoord worden maatregelen aangekondigd die de scherpe kantjes van de WWZ af moeten halen. De vraag is echter of het voldoende is om daadwerkelijk te komen tot een evenwichtige arbeidsmarkt. Daarvoor zullen ook de maatschappelijke en economische omstandigheden moeten veranderen. De laatste 15 jaar zijn gekenmerkt door een steeds grotere prijsdruk, die overal in de samenleving wordt gevoeld. Dwars door alle maatregelen heen zoekt de markt naar lagere kosten en hogere productiviteit. Een goede balans tussen winst en zekerheid is daarbij nog niet gevonden. De vraag is of deze maatregelen daar belangrijk aan bij zullen dragen.