Wanneer beide ouders het ouderlijk gezag over het kind dragen, spreekt men over een contactregeling. In het geval dat slechts een ouder het ouderlijk gezag over het kind draagt, spreekt men over een omgangsregeling.

In de wet staat dat ieder kind recht heeft op omgang / contact met beide ouders. De ouders kunnen een dergelijke omgangsregeling / contactregeling vastleggen in een ouderschapsplan. Helaas blijkt uit de praktijk dat het ouders niet altijd lukt om afspraken te maken. Ook is het mogelijk dat een bestaand ouderschapsplan gewijzigd moet worden en de ouders hier niet uit komen. In dat geval kan een ouder de door hem of haar gewenste omgangsregeling / contactregeling voorleggen aan een rechter.

In bijzondere gevallen kan echter ook een derde een omgangsregeling met het kind afdwingen bij de rechter. Dit kan alleen als deze derde in een zogenoemde nauwe en persoonlijke betrekking staat tot een kind (bijvoorbeeld een opa of oma). Dit houdt in dat de opa en oma voldoende bestendig en intensief contact hebben met het kind en dat het contact met het kind ook van voldoende waarde is. Ook opa’s en oma’s hebben in sommige gevallen dus de mogelijkheid de rechter te vragen een omgangsregeling met hun kleinkind vast te stellen.

Heeft u een vraag over een omgangsregeling / contactregeling? Neem contact op met een van onze familierecht advocaten

    Neem gerust contact met ons op: