In de Tweede Kamer heeft SP-Kamerlid Michiel van Nispen gepleit voor sancties tegen verzekeraars die de afwikkeling van letselschadezaken onnodig vertragen. Zijn motie, waarin werd voorgesteld om boetes of andere civielrechtelijke of bestuursrechtelijke sancties in te stellen, haalde echter geen meerderheid. Dit leidde tot een verdeeld debat over de rol van verzekeraars en de bescherming van slachtoffers binnen het huidige juridische kader.

Probleemstelling
Van Nispen benadrukte dat slachtoffers van letselschade niet alleen kampen met de gevolgen van het ongeval, maar ook met een ongelijke strijd tegen kapitaalkrachtige verzekeraars. Volgens hem leidt deze ongelijkheid tot langdurige onzekerheid, omdat verzekeraars afspraken uit de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL)regelmatig niet nakomen. De GBL geeft bijvoorbeeld wel indicaties omtrent reactietermijnen, maar als een verzekeraar zich hieraan niet houdt, rust er geen sanctie op en heeft de advocaat namens het slachtoffer weinig sanctiemiddelen. De traagheid van de schaderegeling belemmert een vlotte en rechtvaardige schadeafhandeling. Wij ondervinden dit probleem regelmatig in de praktijk. Slachtoffers die wij bijstaan moeten regelmatig erg lang wachten op een reactie van een verzekeraar op een brief of een reactie op een regelingsvoorstel van ons namens de cliënt.

Reactie van de staatssecretaris
Staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) ontraadde de motie en wees op bestaande initiatieven. Ze gaf aan dat de wettelijke verankering van de GBL in voorbereiding is. Dit omvat risicogestuurd toezicht door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die boetes kan opleggen aan verzekeraars bij structurele overschrijding van termijnen. Struycken benadrukte daarnaast de complexiteit van letselschadezaken, zoals het vaststellen van de medische eindtoestand en re-integratie, en waarschuwde dat strikte sancties averechts kunnen werken. Binnen de letselschadesector zijn volgens Struycken al diverse stappen ondernomen om geschillen op te lossen. Een voorbeeld hiervan is volgens hem de Kamer voor Langlopende Letselschadezaken van De Letselschade Raad, die kosteloze en bindende oplossingen biedt voor vastgelopen zaken. Struycken betoogde dat aanvullende sancties op termijn een negatieve invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de afwikkeling. Wij tekenen hierbij aan dat de Kamer voor Langlopende Letselschadezaken maar heel weinig wordt ingezet en dat deze mogelijkheid zeker geen oplossing is voor het eenvoudigweg krijgen van een reactie binnen redelijke termijn op een voorstel of verzoek.

Verwerping van de motie
Tijdens de stemming op 12 november 2024 werd de motie met een nipte meerderheid verworpen (78 tegen 72). Voor de motie stemden onder andere NSC, BBB, SP en GroenLinks/PvdA, terwijl VVD, PVV, D66 en CDA tegenstemden.

Juridische en politieke implicaties
De discussie rondom deze motie onderstreept een spanningsveld tussen enerzijds de bescherming van slachtoffers en anderzijds de praktische uitvoerbaarheid binnen het huidige juridische kader. Wij zien de doorlooptijden van reacties door de verzekeringsmaatschappijen de laatste jaren alleen maar toenemen. Het is een van de meest geuite klachten van onze cliënte over de letselschade behandeling.